De bouwvak, hoe zit dat eigenlijk?

Ook bij ZNI zijn de deuren dicht vanwege de bouwvak. Met vele andere bouwbedrijven door het land heen ‘vieren’ we een gezamenlijke vakantie. Maar niet iedereen sluit de deuren. Dus hoe zit het nou eigenlijk met die bouwvak?

Geschiedenis

Je kan het nu niet meer inbeelden, maar pas vanaf 1930 heeft de ‘bouwvakker’ recht op vrije dagen. Dat waren er toentertijd welgeteld drie.

Om ervoor te zorgen dat je op deze dag wel je loon zou ontvangen kreeg je zogeheten vakantiebonnen. Als je die inleverde kreeg je voor de dag dat je vrij was toch je geld. Hier werd wel streng op gecontroleerd, want ze wilde niet dat je een bon inleverde op een dag dat je wel gewerkt had en je twee keer salaris zou ontvangen. Om dat makkelijker te kunnen controleren kreeg iedereen tegelijkertijd vrij.

Terug naar de landelijk verplichte vrije dagen. Want, alhoewel het per bedrijf wel verplicht was ze gelijktijdig op te nemen, lijkt het pas tot de ‘jaren 30’ te duren dat er over een branche-brede bouwvak wordt gesproken.

Het Meertens Instituut ziet in advertenties in kranten en tijdschriften in 1933 voor het eerst de term bouwvakvakantie opduiken. De collectieve vakantie werd toen branche breed ingevoerd. Een loodgietersbedrijf kon moeilijk aan het werk als de metselaar niet klaar was met de muur. En als een onderaannemer het werk neerlegt, kun je als aannemer op een bepaalde klus ook moeilijk verder.

En de bouwvak bestaat nu nog steeds?

Je zou denken dat het antwoord ‘ja’ is. Want kijk maar eens op de bouwplaats, deze is vrijwel leeg. Het argument dat het lastig werken is als sommige bedrijven dicht zijn en andere niet blijft overeind.

Toch is het antwoord officieel gezien ‘nee’. De bouwvakvakantie, in de volksmond ingekort tot ‘bouwvak’, is al sinds 1981 niet meer verplicht en wordt niet meer centraal opgenomen in de CAO voor de bouwnijverheid.

Hoe zit het dan met de bouwvak?

Enkele jaren na de afschaffing van de verplichte bouwvak bleek dat het toch wel handig is als er per regio bouwvak ‘gevierd’ wordt. Zo valt de bouw niet helemaal stil. Vervolgens zijn voor de regio’s Zuid, Midden en Noord adviesdata vastgesteld.

Dit is dan weer handig voor de landelijke horeca zodat niet iedereen tegelijkertijd vrij is. Op deze manier kan de horeca de druk beter aan en hebben zij voor een langere periode meer bedrijvigheid. Dat is dan weer zakelijk prettig voor de vrijetijdsindustrie.

Laten we alvast een jaar vooruit kijken, de bouwvak is tenslotte nu al gaande. Dan zijn dit de vrije periodes voor 2021:

LET OP: Bevalt de camping of het hotel waar je nu bent zo enorm en wil je gelijk voor volgend jaar boeken? Overleg dan wel even met je werkgever, want dit zijn adviesdagen. Elk bedrijf mag zelf bepalen of ze hier aan mee doen, ze zich ook aan deze data houden, of voor andere data gaan.